Dit verhaal verscheen eerder in ons personeelsmagazine Wat is er Loos.
Zon op je snoet, zout op je huid en haren wapperend in de wind; een jaar of 14 moet Henk zijn geweest toen hij het windsurfen ontdekte. “In de jaren 80 stond iedereen op de plank. Het was de tijd van Robbie Naish en Stephan van den Berg, die vier jaar op rij wereldkampioen werd en daarna Olympisch goud veroverde.” Voor Henk was het geen hype, maar een hobby die hem is blijven boeien. “Zeven jaar geleden verhuisde ik voor de liefde van Zwolle naar Andijk. En dan woon je opeens aan het IJsselmeer! Ik ging eerst windsurfen, maar kwam erachter dat je met kitesurfen veel vaker het water op kunt. Je hebt namelijk veel minder wind nodig.”
Bij windsurfen maak je gebruik van een zeil, bij kiten van een vlieger. “Bij mij ging die overstap moeiteloos”, vertelt Henk. “Ik heb ook altijd veel gevliegerd, dus ik snap hoe de wind waait. Eigenlijk vind ik alles met water fijn; waterskiën, wakeboarden, duiken… Ik kan er mijn ei in kwijt. Het spelen met de elementen, de wind en de zee, dat maakt deze sport bijzonder. Dan merk je pas wat de natuur kan doen. En de uitdaging is natuurlijk om zo hoog mogelijk te komen. Op mijn board zit een meter waarop je de hoogte en snelheid kunt uitlezen. Als je tien meter de lucht in gaat, is het net alsof je vliegt.”
Eén kite is niet genoeg; in Henks garage staan er drie in verschillende maten. “Ik heb er één voor minder wind, maar ook een stormkite. Als er wind staat, ga ik na mijn werk het water op. Ik hoef alleen de dijk over, dan ben ik er al. Het is nu weer eerder donker, maar als de zon ondergaat… dat zijn de mooiste avonden.” Waait de wind uit een andere hoek, dan rijdt hij met zijn tot camper omgebouwde Volkswagen naar het kitestrandje van Schellinkhout. “Mijn vrouw gaat ook vaak mee, met de honden. Alleen met storm niet, dat vindt ze eng.” Henk zal zij nooit tegenhouden, daarvoor kent ze hem te goed. “Ik ben zeven jaar beroepsmilitair geweest, zoek altijd de uitersten op. Al hoeft extreem hoog van mij ook weer niet hoor. Mijn record is 12,3 meter, maar ik ken jongens, die springen tot 35 meter hoog. Die zijn nog jong en kennen geen angst.”
Een transportplanner zit dagelijks met zijn hoofd in de tabellen en roosters. Hoe lekker is het dan als je een passie hebt gevonden waarmee je je hoofd na werktijd weer leeg kunt maken. Letterlijk met je kop in de wind. Vanaf code geel wordt het leuk, vindt Henk. Gaan de voorspellingen richting code rood, dan is dat voor hem geen waarschuwing, maar juist een uitnodiging om zijn kitespullen in te laden. “Je gaat nooit alleen het water op, dat is niet verstandig. Bij de kitestranden kom je meestal wel dezelfde jongens tegen. Zodra er wind staat, zijn er mensen. En als we naar zee gaan, dan spreken we dat af.” Tuurlijk zijn er ook periodes dat het windstil is en hij zijn sport niet kan beoefenen. Doet hij dan iets anders om in conditie te blijven of krachttraining misschien? “Welnee”, grijnst Henk. “Met een groene bidon op de bank Studio Sport kijken. Da’s mooi zat.”
Wij, en derde partijen, maken op onze website gebruik van cookies. Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website goed functioneert, om jouw voorkeuren op te slaan, om inzicht te verkrijgen in bezoekersgedrag, maar ook voor marketing en social media doeleinden (laten zien van gepersonaliseerde advertenties). Door op ‘Accepteren’ te klikken, ga je akkoord met het gebruik van alle cookies. In onze Cookieverklaring kun je meer lezen over de cookies die wij gebruiken en kun je jouw voorkeuren opslaan of wijzigen. Door ‘Weigeren’ te klikken ga je alleen akkoord met het gebruik van functionele cookies.